Hoe trots was ik vandaag, toen ik de post opende en in een grote envelop vijf exemplaren van The Flying Dutch aantrof.
The Flying Dutch is het full color magazine van de Nederlandse Star Trek vereniging, een groep SF-liefhebbers die ook de jaarlijkse schrijfwedstrijd Trek Sagae sponsort. De 2012-editie van deze wedstrijd heb ik gewonnen met twee verhalen. Mike Jansen heeft de derde plaats veroverd. De prijsuitreiking vond dit najaar plaats, en de winnende verhalen zijn deze maand gepubliceerd in een flink middenkatern. Het ziet er geweldig uit. 🙂
Beenderen van de sapiens, nummer 1, speelt zich af in de verre, verre toekomst. Een toekomst waarin de mens op ons terugkijkt zoals wij nu op onze primitieve voorouders. Een toekomst waarin de menselijke natuur nog steeds voor ieder antwoord nieuwe vragen formuleert en waarin de menselijke individualiteit nog steeds springlevend is. De eerste alinea’s van dit verhaal:
Beenderen van de sapiens
Met een zachte kwast veegt Tamerei de laatste resten gruis van het fossiel dat half uit het zand steekt. Een spaakbeen, ellepijp en een aantal fijne botjes van een pols en hand. Homo sapiens, hij is er vrijwel zeker van. Hij heeft zijn team nog niet gewaarschuwd; het is ook nog mogelijk dat de botten van een oud soort mensaap zijn. De typerende vorm van een menselijke duim had hem zekerheid kunnen geven, maar die heeft hij niet kunnen vinden. Nog niet.
Hij kijkt op om er zeker van te zijn dat de beeldbewaarder die boven zijn schouder in de stoffige lucht zweeft actief is. Het is van cruciaal belang dat het apparaat alles registreert. Na jarenlange voorbereidingen wordt dit onherbergzame werelddeel voor het eerst onderzocht. Concurrerende opgravingsteams zijn zuidelijk en westelijk op het continent actief en iedereen wil de beste vondsten doen, de fossielen met het grootste wetenschappelijk belang uit de bodem halen.
Ondanks zijn reusachtige aantallen in het oeroude tijdperk van het holoceen is de homo sapiens nu, meer dan een miljoen jaar later, verrassend moeilijk te vinden.
In prijswinnaar 2, Appelbloesem in de nacht, rijdt een oude man, losgerukt van zijn wortels en alles wat hem dierbaar was, door een nachtelijk, winters bedrijventerrein. Zijn eenzame tocht wordt gedreven door verbittering, tot hij ontdekt dat niets ooit helemaal verloren gaat. Een paar alinea’s uit dit verhaal:
Appelbloesem in de nacht
Buiten is het gestopt met sneeuwen, behalve de poedersneeuw die opgejaagd door de wind van het asfalt opstuift. In de plotselinge stilte krijgen de windvlagen die tegen het busje duwen opnieuw een stem. Ze spelen samen, denkt Gerrit. Maar ze hebben er geen plezier in. Misschien is het geen spel. Ze snauwen en graaien naar elkaar met ruwe, witbeijzelde handen. Hij draait het contactsleuteltje om zodat de stroom van warme lucht uit de roosters in het dashboard weer op gang komt.
Dit is geen plaats voor mensen. Niet nu, niet meer. Misschien overdag, als de contractslaven de parkeerplaatsen bezetten met hun Opels en Audi’s en in pantalons en spijkerbroeken de bedrijfspanden binnenlopen. Hij kan ze gemakkelijk voor zich zien, met de zolen van hun dure leren schoenen en hooggehakte laarzen klikkend over de parkeerplaats, zich onbewust van de begraven schoonheid van deze plek. ZÃj horen hier nu thuis. Hij is degene die hier geen plaats heeft. Toch blijft hij zitten.
Heb je zin om de verhalen te lezen, dan zijn er zeker nog exemplaren van het magazine beschikbaar: info@tfd.nl.